Title | : | Screen violence |
Author | : | |
Rating | : | |
ISBN | : | 0747525498 |
ISBN-10 | : | 9780747525493 |
Language | : | English |
Format Type | : | Paperback |
Number of Pages | : | 250 |
Publication | : | First published September 19, 1996 |
Screen violence Reviews
-
Geweld heeft me altijd gefascineerd. Gelukkig nam ik steeds genoegen met fictief geweld zoals het aan bod kwam in films en boeken en voelde ik nooit echt de behoefte om hooligans af te ranselen, mijn frustraties bot te vieren op klungels met een kleinere gestalte en een lager gewicht (jaja, die Boleuzia is een aardige homp vlees) of onverlaten die er andere meningen op nahouden. Vrij tolerant, dat ben ik (waag het eens het tegenovergestelde te beweren), maar wel dus met die fascinatie voor geweld. Niet noodzakelijk het spierballengedoe uit de karikaturale actiefilms uit de 80s (Stallone! Schwarzenegger! Chuck & Co.!) maar zoals het voorgesteld werd in films die niet op een Uncle Sam-spotje van 90 minuten lijken.
Een van m’n vroegste filmherinneringen is de brute scène uit Dirty Harry waarin de moordenaar Scorpio (een rol van Andy Robinson, die ook zou opduiken in een klassieke horrorfilm, Hellraiser) zich met opzet én tegen betaling laat afrossen om zo in de pers te brengen dat hij door inspecteur Harry Callahan (Clint Eastwood) mishandeld werd. Pas jaren later zou ik beseffen dat het ging om slechts een van de vele gewelddadige scénes uit een film die door velen werd beschouwd als een fascistoïde geweldfantasie. En er waren nog keiharde kerels met een missie, denk aan Death Wish, Point Blank, de andere Dirty Harry-films. Naarmate ik meer bewust werd van de filmgeschiedenis en geweldklassiekers als The Wild Bunch, Bonnie & Clyde, Straw Dogs, The Godfather, Taxi Driver, Scarface, Goodfellas, etc, leerde kennen, bleek dat het ging om een schier eindeloze lijst.
Zeker die eerste films brachten een ommekeer teweeg in de moderne filmgeschiedenis door hun realistische, harde voorstelling van geweld, of de esthetisering die ermee gepaard ging. Het bloederige geweldexplosie aan het einde van The Wild Bunch was Peckinpah op z’n best: primitief, theatraal, visueel spectaculair en met een choreografie als een ballet. Het geweld in Dirty Harry was dan weer bijna karikaturaal en kwam niet enkel van the bad guys. The law was minstens even erg en het leven van een misdadiger had geen waarde meer. Ik heb Dirty Harry intussen minstens vijftien keer bekeken.
Ik kocht ergens in de jaren negentig ook een boek van de Nederlandse academicus René Boomkens, De angstmachine, waarin deze, net als deze anthologie, ook ingaat op een nieuwe golf van excessief filmgeweld aan het begin van de jaren negentig. Met regisseurs als Tarantino, Rodriguez en het uit de hand lopende circus van Oliver Stone’s Natural Born Killers kwamen discussies weer op gang als nooit tevoren, werd de invloed van TV- en filmgeweld op kinderen (Child’s Play Vol. 1-48!) en de maatschappij tout court in vraag gesteld en verschenen artikels, programma’s en romans die deze nieuwe obsessie hekelden en parodieerden (Ben Elton’s Popcorn is een bekend voorbeeld).
Centraal stond vaak de vraag: is die zieke obsessie met geweld een weerspiegeling van de maatschappij (een standpunt dat vooral steek houdt voor zij die de artistieke expressie intact willen houden en zich met man en macht verzetten tegen welke vorm van censuur dan ook), of slaat de maatschappij (of een aanzienlijk deel ervan) op hol door de blootstelling aan excessief veel geweld op tv. Er zijn genoeg studies gewijd aan het aantal uren dat een mens voor de TV hangt, het aantal moorden dat hij/zij te zien krijgt in een jaar/leven. De cijfers zijn amper te bevatten.
Het boek wil/kan eigenlijk geen sluitend antwoord bieden op de vragen of geweld op TV of in de film echt ervoor zorgt dat het een mens niet meer weet te raken, of het iemand zelfs ertoe kan aanzetten, of het morele verval voor een stuk te wijten is aan de zieke geesten van regisseurs, scenarioschrijvers, en sensatiezoekers all over the world. Instinctief sluit ik me aan bij schrijver Martin Amis: het bekijken van geweld zet niet aan tot geweld, maar kan het potentieel dat er was wel een ‘stilistische’ wending geven. Dat in de nasleep van een aantal filmreleases moorden werden gepleegd die verwantschappen vertoonden met dewelke gepleegd werden in films kan best bewijs zijn van een verwantschap, maar moet niet noodzakelijk een oorzaak/gevolg-relatie hebben.
Wat er ook van zij, in Screen Violence wordt een intrigerend overzicht geboden van de invalshoeken op verschillende thema’s die te maken hebben met geweld. Zo komen niet enkel schrijvers aan het woord (Amis, Nicci French, Will Self, Poppy Z. Brite, John Grisham etc), maar ook regisseurs (Oliver Stone, John Waters), filmcritici, een advocaat met een verleden als militair, een psychiater, een icoon als Camille Paglia (sinds jaar en dag een voorstander van pornografie, prostitutie en geweld op het scherm), maar ook Mary Whitehouse, de stichtster én voorzitster van de National Viewers and Listeners Association en zowat de meest conservatieve stem die in het boek aan bod komt, die haar artikel over de verantwoordelijkheden van de film- en TV-makers voorspellend afsluit met de boodschap “(…) how do we fill the film-makers with a sense of their own responsibility for the health and welfare not only of our society but especially, for pity’s sake, the welfare of the children who are the future?”
Het boeiende aan deze verzameling essays is dat tegenovergestelde visies vaak naast elkaar geplaatst worden of een reactie op elkaar zijn. Naast conservatieve ‘anti’-betogen van Michael Medved en Whitehouse krijg je ook artikels die het betuttelende aspect van censuur aanklagen, die ingaan op de visuele poëzie die terug te vinden is in de visuele uitbeelding van geweld (denk maar aan The Passion Of The Christ) of de geschiedenis van de organisaties die advies geven over de parental advisory ratings. Sommige artikels zijn academisch van aard, andere zijn dan weer geschreven vanuit de buik, vanuit verontwaardiging, en dan is er natuurlijk de hilarische pocketautobiografie van cult/trash-cineast John Waters, die zijn fascinatie voor geweld opblaast tot ridicule, maar hilarische properties: “If I could pick my own death, it would be on a rollercoaster that jumps the tracks and careens into a packerd crowd at a cotton candy stand at a state fair.”
Interessant voor de freaks: een artikel over de horror craze op video van de jaren tachtig ( de ‘video nasties’), een paar artikels die een bijzonder aspect onder de loep nemen (spieren, explosies en geweren) en een wat ouder, Freudiaans geïnspireerd artikel van Pauline Kael, de gevierde filmspecialiste van The New Yorker, die het nihilistische geweld van Dirty Harry (en vooral het inferieure vervolg, Magnum Force) aan het kruis nagelt. Meest ophefmakend van al is waarschijnlijk de tekst van John Grisham, “Natural Bred Killers” over de geweldrotzooi van Stone. Ik vind NBK zelf een misbaksel van een film dat stijl, verbeelding en coherentie mist en veel te ver gaat zijn in zijn afstompende beeldenaanval, maar Stone wilde blijkbaar een boodschap overbrengen die voor iedereen duidelijk moest zijn. Dat rechtvaardigt geen halve heksenjacht.
Behalve voor Grisham, die de film van Stone op de rooster legt om de vermeende invloed die het gehad zou hebben op een stel moorddadige tieners. Zijn remedie bestaat uit 1) een boycot van gelijkaardige films en 2) de mogelijkheid om rechtzaken aan te spannen tegen de filmindustrie. Hoe ver is het gekomen als een van de meest succesvolle auteurs van de wereld zo’n onzin verkoopt? Misschien toch maar een censuur op flutromans invoeren dan! Al bij al is Screen Violence ideaal leesvoer voor volk met een meer dan oppervlakkige interesse in film(geweld), zowel vanuit sociologische als vanuit cinefiele hoek en bijzonder geschikt (zo vermoed ik) als illustratief materiaal in de lessen Engels/Nederlands (leerkrachten Frans hebben vast nog steeds de handen vol met Le Petit Prince). (****) -
Of interest mostly if you lived in England circa 1995. This collection of essays concerns itself mostly with the censorious ways of the BBFC, and lays in heavily on Natural Born Killers among others of the time. John Grisham suggests suing Oliver Stone so such inspirational movies never be made at all. As if we still hear a lot about the influence of Micky and Mallory on today's violent culture. The collection ends with a thud from a pedantic essay written in 1947.
-
Some interesting ideas about violence on screen and how it translates into the real world are examinied in this collection of essays. Worth reading for anyone interested in media and popular culture.